Sara en Levi lopen een dagje mee met de burgemeester
In de raadzaal van het gemeentehuis in Hardinxveld-Giessendam is het druk voor een maandagmiddag. Zes mensen die voor de gemeente werken, leggen vanmiddag een eed af. Levi Tekkelenburg (7) en Sarah Noordzij (8) zitten op de voorste rij.
“Een bijzonder welkom aan Levi en Sarah”, begint burgemeester Dirk Heijkoop zijn toespraak. “Zij lopen vandaag met mij mee om te zien hoe het is om burgemeester te zijn.” Sarah en Levi kijken aandachtig toe terwijl de burgemeester de nieuwe medewerkers toespreekt. “Als je voor de gemeente werkt, is dat niet zomaar wat. Je hebt macht in handen waar je zorgvuldig mee moet omgaan. Daarom vragen we jullie te antwoorden op vier vragen. Ben je op een eerlijke manier aan deze baan gekomen? Laat je je niet omkopen? Zul je je best doen? En zul je op een goede manier met vertrouwelijke informatie omgaan?” De zes nieuwe medewerkers antwoorden: “Dat verklaar en beloof ik”.
Werkkamer
Levi en Sarah hebben veel vragen voor de burgemeester. “Ik laat jullie eerst mijn werkkamer zien”, zegt hij. “Kom maar mee.” Op de tweede verdieping van het gebouw, helemaal in de hoek is zijn kantoor. De burgemeester haalt een houten koffertje tevoorschijn. “Weten jullie wat hierin zit?” Levi en Sarah kijken eens goed, maar kunnen het niet bedenken. “Het is de ambtsketen, kijk maar.” In de koffer zit een grote zilveren keten. In de schakels zitten rondjes met daarop afbeeldingen. “Het zijn allemaal bekende dingen uit Hardinxveld-Giessendam”, vertelt de burgemeester. “De watertoren en de molen bijvoorbeeld.” Op het rondje onderaan staat het wapen van gemeente Hardinxveld-Giessendam afgebeeld. “En als je hem omdraait, zie je het wapen van Nederland. Zie je? Die kant draag ik voorop als ik iets doe namens de koning. Bijvoorbeeld mensen een lintje geven.”
Zulke bijzondere dingen gebeuren niet elke dag. Maar hoe ziet een gewone werkdag van de burgemeester er wel uit? “Op maandag ben ik altijd hier in het gemeentehuis”, vertelt hij. “En elke dinsdagochtend vergader ik hier met het college. Dat zijn alle wethouders en de burgemeester samen.
De baas
“Bent u eigenlijk de baas van de gemeente?”, vraagt Sarah zich af. “Je zou misschien denken van wel, maar dat is niet zo”, antwoordt de burgemeester. “Samen met de gemeenteraad en wethouders neem ik beslissingen over wat er moet gebeuren. Dat is maar goed ook”, vindt hij. “Als ik een fout zou maken, ziet de gemeenteraad dat.”
De burgemeester heeft wel een voorbeeld van hoe een beslissing wordt genomen. “Moeten jullie uit school de doorgaande weg oversteken? Als het gevaarlijk lijkt voor kinderen, gaat wethouder Boerman kijken of de zebrapaden bij scholen wel veilig zijn. Het kan zijn dat de strepen vaag geworden zijn of dat er een verkeersbord bij moet voor de duidelijkheid. In de vergadering op dinsdagochtend vertelt wethouder Boerman wat hij gezien heeft. We berekenen hoeveel geld ervoor nodig is om een verkeersbord te plaatsen of de strepen opnieuw te zetten. Dat leggen we voor aan de gemeenteraad. Als iedereen in de gemeenteraad het ermee eens is, wordt opdracht gegeven om het verkeersbord te plaatsen of de strepen opnieuw te zetten.”
Natuurlijk zijn er ook beslissingen die wat moeilijker zijn. Levi vraagt zich bijvoorbeeld af wat de burgemeester doet voor het milieu. “Dat is een goede vraag. Langs Hardinxveld-Giessendam loopt de snelweg A15. Er staat vaak file, waardoor er veel uitstoot vrijkomt. Dat is slecht voor de kwaliteit van de lucht in het dorp. Daar praat ik over met mensen van de provincie en mensen van andere gemeenten. Ik loop dus niet met een prikker rond om rommel op te ruimen, maar ik probeer oplossingen te bedenken die andere mensen kunnen uitvoeren. Op dinsdagmiddag heb ik vaak afspraken met mensen in de regio.”
Uitslapen
Sarah wil eigenlijk wel weten of de burgemeester ook weleens uit kan slapen. “Ja, op woensdag”, lacht hij. “Dan kan ik tot half 9 blijven liggen. Maar ik ben vaak ’s avonds nog aan het werk.”
“En wilde u als kind al burgemeester worden?” “Nee, ik wilde automonteur worden. Dat ben ik ook een tijd geweest. Ook werkte ik een tijd in het ziekenhuis. Daar hield ik me bezig met de techniek.”
Levi en Sarah zijn een beetje verbaasd. Want hoe word je van automonteur burgemeester? Is er een opleiding voor? “Er is geen speciale school om burgemeester te worden. Maar toen ik nog ander werk had, had ik als hobby al politiek. Ik was wethouder. Toen gemeente Hardinxveld-Giessendam een nieuwe burgemeester zocht, heb ik gesolliciteerd. Je schrijft een sollicitatiebrief naar de commissaris van de koning. De gemeenteraad kijkt wie het meest geschikt is om burgemeester te worden.”
Maar hoe moet je dan leren wat je als burgemeester allemaal moet weten? Burgemeester Heijkoop leerde al veel uit de praktijk, toen hij wethouder was. Hij wist dus al hoe het werkt in een gemeentehuis. “Ik heb ook in een klasje gezeten met burgemeesters”, vertelt hij. “Je krijgt les over hoe je een gemeente moet besturen.”
Best een moeilijk beroep dus, burgemeester.
Bijzondere dingen
“Wat vindt u er het leukst aan?”, vragen Levi en Sarah. “Het is leuk dat je dichtbij de mensen, de inwoners van het dorp staat.” Ook mag de burgemeester weleens heel bijzondere dingen doen. “Vorige week was er een echtpaar 70 jaar getrouwd”, vertelt hij. “Ik ga ze feliciteren. Ook is het altijd mooi om namens de koning lintjes uit te reiken aan mensen in de gemeente die goede dingen hebben gedaan. En ik vind het altijd bijzonder als vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië of Ethiopië, die hier wonen officieel Nederlander worden. Ze worden genaturaliseerd, zo heet dat.”
“Bent u ook weleens zenuwachtig?”, wil Sarah weten. “Ja, soms wel. Als burgemeester ben je er voor alle mensen, maar het lukt niet altijd om het iedereen naar de zin te maken. Mensen willen bijvoorbeeld dat er meer huizen gebouwd worden, maar als ze nu een mooi uitzicht hebben, willen niet dat die huizen daarvoor in de plaats komen. Het gebeurt weleens dat mensen protesteren. Ze komen allemaal naar de vergadering van de gemeenteraad. Ik moet de avond in goede banen leiden. Dan ben ik van tevoren wel zenuwachtig en hoop ik dat het allemaal goed gaat. Je moet het eens worden met elkaar en mensen verbinden. Maar je moet ook je eigen mening houden.” Sarah knikt begrijpend. Dat is natuurlijk ook best spannend.
Nieuwe voetbalgoals
De burgemeester heeft ook een vraag voor Levi en Sarah. “Is er iets wat jullie anders zouden willen in Hardinxveld-Giessendam? Of iets wat jullie nog missen hier?” Daar moeten de klasgenoten even over nadenken. Sarah kan het zo snel niet bedenken, maar Levi weet wel wat. “Ik voetbal vaak op het veldje bij de Westpark, maar daar staan kleine doeltjes. Ik zou wel grotere goals willen. Dan kun je als keeper beter duiken.” De burgemeester begrijpt het verhaal. Hij houdt ook wel van een potje voetbal en zal er eens over nadenken.
Levi en Sarah hebben nu zo lang geluisterd en gepraat dat ze beginnen te wiebelen op hun stoel. Het is tijd voor een rondje gemeentehuis. “Kijk, hier zitten ambtenaren”, laat de burgemeester een kantoor zien. Alle medewerkers kijken blij op. Na zo’n dag computeren vinden ze het bezoek van de kinderen wel een leuke afleiding. “Deze mensen zoeken dingen uit die we in de vergaderingen bespreken”, legt de burgemeester uit. “Deze mevrouw is bijvoorbeeld bezig met een oplossing voor de uitstoot van de auto’s op de snelweg.”
In andere kantoren zitten mensen van communicatie. Zij schrijven alles op besproken wordt in het gemeentehuis, zodat inwoners dat in de krant kunnen lezen. En de wethouders werken ook in het gemeentehuis. “Hé, u bent een keer bij ons op school geweest”, weten Levi en Sarah als ze de wethouder van Onderwijs zien. In de gang loopt ook een politie-agent. “Heb je even tijd?”, vraagt de burgemeester hem. “Ja hoor. Kijk, we hebben hier in het gemeentehuis een politiepost waar we werken”, laat de agent zien. “Jullie willen natuurlijk ook de handboeien zien.” Voordat Levi en Sarah het weten, zitten ze aan elkaar vastgeklikt. Een beetje ontdaan kijken ze naar de agent. “Je kunt gewoon je hand er weer uithalen hoor”, lacht hij vriendelijk. “Handboeien zijn zo gemaakt dat kinderen er nooit vast in kunnen zitten.”
Officiële vraag
Als laatste komen ze in het kantoor waar de telefonistes zitten. “Deze mensen nemen de telefoon aan als je met een vraag naar de gemeente belt”, legt de burgemeester uit. “Hebben jullie een vraag?”, vraagt de telefoniste. Levi denkt even na. Eigenlijk heeft hij dat wel. “Ik zou wel grotere doeltjes willen bij het voetbalveldje”, vertelt hij. De mevrouw schrijft zijn naam, adres, telefoonnummer en de vraag op. “Zo, nu is het een officiële vraag. We gaan het erover hebben in het gemeentehuis en misschien komt het wel in de raadsvergadering.” Levi kan er wel om lachen. Wie weet komen de grotere doeltjes er wel door zijn bezoekje aan het gemeentehuis.
+++
Wie is de baas van de gemeente?
De burgemeester vertelt in het verhaal dat hij niet de baas is van de gemeente. De gemeenteraad is eigenlijk de baas. In de gemeenteraad zitten raadsleden. Die raadsleden worden door de inwoners van de gemeente gekozen. Elk raadslid is van een politieke partij. Als er bijvoorbeeld veel mensen stemmen op iemand van het CDA komen er meer raadsleden van het CDA in de gemeenteraad.
De gemeenteraad vergadert elke week. Dat heet de raadsvergadering. In die vergadering praten de raadsleden over wat er moet veranderen in de gemeente. Ze stemmen erover en nemen beslissingen. Als inwoner kun je altijd bij deze vergaderingen zijn. Ze zijn openbaar, zodat iedereen kan controleren wat er gebeurt. Als er een beslissing is genomen, gaan wethouders de plannen uitvoeren. Wethouders worden ook vaak om advies gevraagd. Zij hebben allemaal een paar onderwerpen waar ze veel vanaf weten. Zo heb je een wethouder van Onderwijs en een wethouder van Verkeer en Vervoer.
De burgemeester vergadert elke week met de wethouders. Samen heet deze groep het College van Burgemeester en Wethouders.
Geplaatst op dinsdag 26 maart 2019 door Heidi van den Bovenkamp beeld Anton Dommerholt