Knallen in de Eerste Kamer

Bam! Met een harde klap slaat mevrouw de voorzitter met een houten hamer op haar bureau. Zo begin je een écht debat, vertelt ze.

En dat gaan ze doen, een gevecht met woorden voeren. Samen met twee andere klassen is groep 7 van de Haarschool in Rijssen uitgekozen om mee te doen aan de finale van de Derde Kamer Debatwedstrijd. In houten bankjes met groene kussens wachten ze tot ze mogen beginnen. Een beetje zenuw­achtig zijn ze wel.

In de deftige zaal in het gebouw van de Eerste Kamer zie je drie kleuren T-shirts: roze, groen en blauw. De kinderen zitten keurig per kleur bij elkaar. Zo kun je duidelijk zien wie bij welke partij hoort en het straks tegen elkaar opnemen.
In elke fractie, zo heten de partijen, zitten kinderen van alle drie de scholen door elkaar. „Zo wint niet één school, maar de groep kinderen die het beste kan samenwerken en debatteren”, legt juf Ligtenberg van de Haarschool uit.

De groene fractie begint. De twee woordvoerders, de kinderen die namens hun partij praten, stappen naar voren. School­zwemmen moet weer verplicht worden, vinden ze. Woordvoerder Jelmer Bakker van de Haarschool legt uit: „Schoolzwemmen is gezond en goed voor je conditie. En je bent veiliger als je kunt zwemmen. Je kunt er zelfs levens mee redden.”

De blauwe en de roze fractie mogen door de microfoon in het midden van de zaal op de stelling reageren. Robbin Beltman heeft het woord. „Mevrouw de voorzitter, ik ben Robbin en ik ben het er niet mee eens omdat schoolzwemmen veel te duur is”, zegt hij.

De woordvoerders krijgen het een beetje warm van al die tegenargumenten. Maar Jelmer en zijn ‘collega’ verweren zich dapper.
Dan is de blauwe fractie aan de beurt. Kinderen onder de 12 jaar mogen niet op Facebook en Instagram, vinden ze. Als ze zijn uitgepraat, stormen de leden van de groene en de roze fractie naar voren. Oeps, dat zagen Sara van der Noort van de Haarschool en de andere woordvoerder niet aankomen. Net als de woordvoerders van de groene fractie doen ze hun uiterste best de tegenargumenten onderuit te halen.

De roze fractie mag als laatste. Dierproeven zijn nodig om goede medicijnen voor mensen te maken, vinden zij. Want dierproeven redden mensenlevens, en als je medicijnen meteen op mensen test heb je kans dat ze overlijden.
De andere fracties, blauw en groen, vinden het zielig voor de dieren. Waarop woordvoerder Reinier van der Garde zegt: „Wat heb je liever, dat mensen of dieren overlijden?” De voorzitter knikt, goed argument.

Tijd voor de uitslag. Welke fractie kan het best haar stelling verdedigen? Alle leerlingen mogen stemmen. Als de stemmen geteld zijn, klinkt er een oorverdovend tromgeroffel op de houten bankjes. „Een unieke stand”, zegt de voorzitter. „De groene en de roze fractie staan gelijk.” Beide hebben ze 26 stemmen, de blauwe fractie heeft er 22. „Eigenlijk staat blauw dus tweede”, vindt de voorzitter. „En nu gaan we pannen­koeken eten”, zegt ze en slaat hard met haar hamer op haar bureau. Bam!

Jelmer Bakker (11) uit Rijssen: Woordvoerder zijn is spannend

Hoe vond je het debat gaan?
„Ik was woordvoerder, dat was wel spannend. Soms moest ik er een beetje van stotteren. Het moeilijkste is om gauw een antwoord te hebben op de argumenten die de tegenpartij geeft, maar als dát lukt, kom je pas echt geloofwaardig over.”
Ga je later ook de politiek in?
„Misschien. Ik vind discussies voeren in ieder geval leuk, want dan moet je je eigen mening verdedigen. Maar bij de politie werken lijkt me ook leuk, dus ik weet het nog niet.”

Christa Heuvelman (10) uit Rijssen: Politiek is helemaal niet saai

Wat was jullie beste argument?
„We hadden een moeilijke stelling, dat kinderen pas vanaf hun twaalfde jaar Facebook en Instagram mogen gebruiken. Ons belangrijkste argument was dat kinderen op die leeftijd nog niet zo goed met foto’s kunnen omgaan. Voor je het weet doen anderen verkeerde dingen met je foto.”

Wat heb je geleerd vandaag?
„Dat politiek erg leuk is, helemaal niet saai. Het leukste vind ik dat je gewoon je mening kunt geven. Niemand lacht een ander uit om wat hij of zij vindt.”

Nienke Baan (10) uit Rijssen: Zenuwen zijn niet handig bij een debat

Waarom denk je dat jullie zijn uitgekozen om mee te doen?
„Ik had het niet verwacht. Meestal als je aan een wedstrijd meedoet, win je niets. Maar we hadden een goede inzending, een powerpoint met stellingen en filmpjes waarin we aan het debatteren waren.”

Zou jij een goede politicus zijn?
„Ik had graag woordvoerder van onze groep willen zijn. Maar een goede politicus? Nee, ik was voor vandaag erg zenuwachtig. Ik denk dat ik dat als echte politica ook zou zijn. Dat is niet zo handig voor een debat.”