Kits thuis ontvangen? Nu voor 3,90 per maand

Klein maar dapper

Het is koud maar droog, als Vivianne Alderliesten (11) en Elizabeth Westboer (11) door Amsterdam lopen. Via de Dam, met zijn mooie gebouwen, door smalle straatjes met goedkope, verwaarloosde winkeltjes. In een steegje trekt een zwerver al mompelend een paar afgetrapte schoenen aan. De meiden zijn blij als de deur van het Majoor Bosshardthuis achter hen dichtvalt.

„Hier, in deze gure, arme buurt, werkte de Majoor, Alida Bosshardt”, vertelt Renata, de gids in het Majoor Bosshardthuis. De twee vriendinnen zijn met haar aan tafel geschoven in de ontvangstruimte van het grachtenhuis. Renata wijst naar een pop in de hoek van de ruimte. Ze ziet eruit als een kleine vrouw met een collectebusje in haar hand en draagt een blauw uniform. Op haar hoofd staat een grappig hoedje, waar haar grijze knot precies onderuit piept.

Andere wereld  

„Amsterdam is een prachtige stad, maar niet alles is hier mooi. Tussen rijke toeristen zwerven ook arme daklozen over straat. Zij hebben geen veilig thuis en slapen op bankjes, op het station of in een opvangtehuis. En in een buurt hier vlakbij werken vrouwen die geld verdienen door onbekende mannen aan zich te laten zitten. Meestal worden deze vrouwen gedwongen door hun baas, en mogen ze zelf maar een klein deel van het verdiende geld houden. Die vrouwen noem je prostituees.”

Best eng

Vivianne en Elizabeth huiveren bij het idee. Wat zullen veel van die mensen ongelukkig zijn! „In deze wereld van armoede, geweld, drank en drugs werkte Alida Bosshardt”, vertelt Renata verder. „Zijn jullie weleens zwervers tegen gekomen?” Elizabeth knikt: „In de buurt van mijn huis in Gouda zit een opvangtehuis voor daklozen. Daardoor lopen er best vaak zwervers door de buurt. Eerlijk gezegd vind ik ze soms maar eng. Ze maken weleens rare geluiden. En pas kwam er eentje op mijn vriendin en mij af. Gelukkig liep er nog iemand op straat, die de politie belde.”

Renata knikt begrijpend. „Dat geeft je natuurlijk een onveilig gevoel, logisch! Ik denk dat veel kinderen, maar ook volwassenen dat herkennen. Maar weten jullie…” Ze kijkt de twee meiden aan: „Alida Bosshardt was niet bang. Ze praatte net zo gemakkelijk met prinses Beatrix als met een dakloze of een prostituee. Weet je wat ze altijd zei? „Ik kijk op niemand neer en ik kijk ook tegen geen mens op. Iedereen is voor God gelijk, dus ook voor mij”. Mooi hè? Ze behandelde ieder mens hetzelfde. Daar kunnen wij veel van leren!”

Het Leger des Heils

Renata start een filmpje. Een oude vrouw komt in beeld, met een knotje en bril met een zilveren montuur. Haar handen zijn gevouwen, en haar ogen omhoog gericht. Voor haar ligt een Bijbel. „Alida Bosshardt was een christen”, vertelt Renata, als het filmpje voorbij is. „Toen ze achttien jaar was, ging ze met een vrouw mee naar een samenkomst van het Leger des Heils, een soort kerkdienst. Het Leger des Heils is niet alleen een kerk die op zondag dienst houdt, maar staat de hele week klaar voor mensen. Het heeft kinder- en bejaardenhuizen, zamelen tweedehands kleding in en zorgen voor prostituees en dak- en thuislozen, zwervers dus. En dat niet alleen in Nederland, maar in wel 135 landen! Alida vond het zo mooi dat een kerk hulp aan mensen gaf, dat ze zich bij het Leger des Heils aansloot.”

de majoor

„Waarom zegt iedereen ”majoor Bosshardt” in plaats van Alida Bosshardt?” vraagt Vivianne. „In het Léger des Heils heb je rangen, net als in het echte leger”, legt Renata uit. „Majoor is ook zo’n rang. Alida Bosshardt kreeg uiteindelijk de veel hogere rang luitenant-kolonel, maar toen stond ze al bekend als de Majoor.”

„Hier, in het oudste stenen woonhuis van Amsterdam, woonde majoor Bosshardt op de eerste verdieping”, gebaart Renata. „Kom, we lopen even buitenom. Via een andere ingang kunnen we dan naar boven.” Vivianne en Elizabeth trekken de deur al open. Buiten is de zwerver verdwenen. Een vrouw staat al bellend een peuk te roken.

„Helemaal voor in het gebouw is een woonkamer waar zwervers een kopje koffie kunnen drinken en even op kunnen warmen”, wijst Renata. „Zo’n zeventig jaar geleden is de majoor met die plek begonnen.” Renata stopt bij een zijdeur. „Wij gaan hier naar binnen.”

Logeren

De meiden klimmen de wenteltrap al op. „Loop maar helemaal door naar de zolder”, roept Renata hen achterna. Dat is nog een hele klim, de twee vriendinnen hijgen ervan. Op zolder staan een paar bedden met wat persoonlijke spulletjes erbij. In een hoekje van de kamer staat zelfs een wiegje.

„Hier mochten vrouwen een poosje logeren, als ze nergens anders meer terecht konden”, vertelt Renata. „Majoor Bosshardt kwam dan thee met beschuitjes boven brengen.” De meiden gaan op een van de bedden zitten en kijken om zich heen.

Kinderen te gast

„Sliepen hier ook kinderen?” vraagt Vivianne, wijzend op het wiegje. „Ja, soms wel, met hun moeder. Een van de vrouwen was zwanger. Ze had geen werk meer, en geen huis. Ze kreeg hier haar baby’tje. Jammer genoeg kon ze er niet goed voor zorgen, en moest het jongetje later naar een pleeggezin.” Renata knikt de meiden toe: „Ja, geef je vader en moeder maar een extra knuffel vanavond. Niet elk kind heeft ouders die goed voor hem kunnen zorgen.”

Slimme vrouw

Elizabeth en Vivianne trekken een nachtkastje open. Er liggen wat boeken in. Vivianne pakt er eentje op. „Kijk, een Bijbel”, zegt ze. Renata knikt. „Ja, en kijk eens welk boek er bovenop het kastje ligt?” Elizabeth pakt het op. Foutloos, met maar af en toe een hapering lezen ze voor: „Psychopathologische en klinische aspecten van de psychogene psychose”. Echt een tongbreker!

„De vrouw die hier sliep studeerde voor arts”, vertelt Renata. „Maar dat ging niet goed. Daarom kwam ze hier. Hier kwamen vrouwen die geen opleiding hadden gehad, maar dus ook vrouwen die wel veel geleerd hadden op school.”

Verslaafd

„En zien jullie die oude vrouw in dat fotolijstje?” Renata wijst naar een foto op een nachtkastje, dicht bij de trap. „Dat is tante Riek. Tante Riek en haar man dronken veel alcohol. Op een dag was haar man zó boos op haar, dat hij haar op straat zette. Toen kwam tante Riek hier. Ze was erg jaloers op de majoor. Tante Riek was verslaafd aan de drank, en daar was niks aan. Maar de majoor was verslaafd aan de Heere Jezus, dat was fijn. ”

Goed doen

Een verdieping lager is een tentoonstelling over het Leger des Heils en majoor Bosshardt. In een vitrinekast staat het rieten mandje van de majoor. Het hengsel is netjes getaped, zo kon ze er extra lang mee doen. De majoor was erg zuinig.

In de kast staan ook verschillende muziekinstrumenten. Een trompet, een viool, een trommel… „In de samenkomsten van het Leger des Heils hebben we geen orgel, maar allerlei andere instrumenten”, vertelt Renata. „We spelen ook vaak op straat, in een muziekkorps. Deze instrumenten maken heel veel lawaai.” „Dan komen er natuurlijk mensen”, begrijpt Vivianne. „Precies”, lacht Renata. „En die mensen kunnen we dan over de Heere vertellen.”

Het oog van de meiden valt op een opengeslagen Bijbeltje. Elizabeth leest een stukje voor uit Mattheüs 25: „Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd.” „Alles wat je voor de mensen om je heen gedaan hebt, heb je eigenlijk voor de Heere Jezus gedaan”, legt Renata uit. „Dit Bijbelgedeelte past heel goed bij het Leger des Heils.”

Klein maar fijn

Op de eerste verdieping van het grachtenhuis woonde de majoor zelf. Een eenvoudige woonkamer, met haar bed in de hoek. Op een rond tafeltje ligt haar agenda. De meiden bladeren erin. „11 uur komt Lowie”, leest Vivianne. „En hier, iets met Putten”, wijst Elizabeth. „In die plaats moest ze vast over het werk gaan vertellen”, denkt Renata.

Naast de woonkamer zit een keukentje, met potjes groente van HAK nog in de kastjes. „De majoor hield niet zo van zelf koken. Daarom warmde ze vaak wat op, of ging gewoon rond etenstijd bij mensen op bezoek. Slim hè?” knipoogt Renata.

Op bezoek in de wijk

„De majoor ging bij veel mensen op bezoek. Bij de koningin of de ministers, belangrijke mensen. Ze zocht ook prostituees en zwervers op. En ze was net een moeder voor de kinderen op straat. In de Tweede Wereldoorlog heeft ze veel Joodse kinderen naar een veilig onderduikadres gebracht. Ja, de majoor hield heel veel van kinderen.”

Renata loopt naar een grote foto met twee vrouwen erop. „Weet je wie ook weleens op bezoek wilde in de buurt waar de majoor werkte? Prinses Beatrix! Dat is de moeder van koning Willem-Alexander.” De vriendinnen knikken. Die kennen ze nog wel. „Beatrix kon natuurlijk niet als prinses de wijk in”, vervolgt Renata. „Ze verkleedde zich, zodat niemand haar zou herkennen. Majoor Bosshardt leidde haar rond door de buurt waar de prostituees werken. Toen ze in een café liepen, herkende een fotograaf de prinses aan haar benen! Hij maakte meteen een foto, die de volgende morgen in alle kranten stond.

Grootste Amsterdammer

Met een hoofd vol indrukken komen de meiden even later weer in het bezoekerscentrum. „Ook toen de Majoor al oud was, bleef ze het Leger des Heils steunen door bijvoorbeeld te collecteren. In 2007 is ze gestorven. Ze was toen al 94 jaar. In 2009 werd ze uitgeroepen tot Grootste Amsterdammer Aller Tijden. Begrijpen jullie waarom?” vraagt Renata aan Vivianne en Elizabeth. „Omdat ze een vrouw was die daklozen opving in Amsterdam”, denkt Elizabeth. „Ja, ze hield veel van andere mensen en wilde hen graag helpen”, vult Vivianne aan.

Even later bewonderen de meiden zichzelf in de spiegel, met een kaphoedje op, zoals majoor Bosshardt die het liefste droeg. ”De hallelujahoed”, noemt ze hem zelf. Halleluja: ”Prijs de Heer!” betekent dat.

 

 

Geld voor de politie?

Majoor Bosshardt was best een beetje brutaal. Als ze bij iemand op bezoek ging, parkeerde ze haar autootje zó voor de deur, of dat nu mocht, of niet. Bovendien moet je in Amsterdam meestal betalen voor het parkeren, maar daar gaf de Majoor haar geld niet aan uit. Boete na boete viel op de mat. Toen de majoor het zat was, reed ze naar het politiebureau en gooide alle boetes op de balie. „Ik betaal niet, hoor,” verzekerde ze de verblufte agent achter het bureau. „De mensen in de buurt hebben het geld harder nodig dan jullie.” De agenten besloten toen om Majoor Bosshardt een sticker te geven met het logo van de gemeente Amsterdam. Die plakte ze op haar auto. Iedere politieman wist vanaf nu, dat de auto van de majoor niet bekeurd hoefde te worden.

Geplaatst op dinsdag 11 maart 2025 door Kitsredactie; beeld: Andre Dorst

Klein maar dapper
Klein maar dapper
Klein maar dapper
Loading Conversation

Laatste nieuws

Klein maar dapper

Scherm­afbeelding 2025-03-10 om 19.37.11.png

Het is koud maar droog, als Vivianne Alderliesten (11) en Elizabeth Westboer (11) door Amsterdam lopen. Via de Dam, met zijn mooie gebouwen,...

Lees meer

David en B&B Weltevree in Kits Live!

Kits_BBWeltevree_2.jpg

„Zullen we een boomhut gaan bouwen?” stelt David voor. „Waarom?” vraagt zijn vriend Joris. „Waarom niet?...

Lees meer
Word abonnee