Kinderen schrijven Troonrede

Over precies een week is het Prinsjesdag. Op deze bijzondere dag rijden koning Willem-Alexander en koningin Máxima door Den Haag in de gouden koets en leest de koning in de Ridderzaal de Troonrede voor.

Normaal is dit meer iets voor grote mensen, maar dit jaar schrijven ook kinderen een Troonrede en voeren ze het woord tijdens de Algemene Beschouwingen. Gewoon vanuit de klas. Al zitten ze op school, de leerlingen beleven de gebeurtenissen in Den Haag gewoon alsof ze erbij aanwezig zijn. In vlogjes spreekt Gerard Vroegindeweij, politiek redacteur bij het RD, de kinderen rechtstreeks aan.

De lessen worden op vier dagen gehouden. Op de eerste dag komen de voorbereidingen op Prinsjesdag aan de orde. Vroegindeweij interviewt een politieagente en neemt de kinderen mee de Koninklijke Stallen in. Dan volgt het Binnenhofspel, een soort ganzenbord, waarmee leerlingen een plaats in de Ridderzaal kunnen winnen. In een volgende vlog maken de kinderen een reis door de gebouwen rond het Binnenhof. De route komt in beeld: straten, standbeelden, mooie oude gebouwen, soldaten en bezoekers.

Op de tweede dag nemen de kinderen deel aan een vergadering van de ministerraad, helpen ze met het opstellen van de begroting en verdelen ze het laatste beschikbare geld. Zes ministeries hebben daarvoor elk hun wensen. Wie krijgt wat, en waarom?

En dat is nog niet alles; leerlingen schrijven hun eigen Troonrede. Die gaan ze op de derde dag met de echte Troonrede vergelijken, nadat koning Willem-Alexander die heeft uitgesproken. De leerlingen die niet naar Den Haag zijn, kunnen de Troonrede op school volgen via livestream. Ze maken er een verslag van en bedenken welke kritiek de oppositiepartijen op de beleidsvoornemens zouden kunnen hebben.

Na Prinsjesdag volgen op de vierde dag de Algemene Beschouwingen. De klas wordt verdeeld in de fracties SGP, SP, D66 en Partij voor de Dieren. Terwijl bij de beschouwingen in de Tweede Kamer alleen de fractievoorzitters achter de microfoon staan, mogen in de klas alle kinderen het woord voeren. De leerkracht is een dagje de minister-president.