Huizen tekenen met een architect

„Kijk, hier zit de douche en daar komt de trap.” Architect Willem-Alex laat Joab van Roekel (11) en zijn vriend Cees Romkes (10) uit Urk een 3D-model van een huis zien op de computer. „Is dit het boven­aanzicht?” vraagt Joab, als een echte architect.

Vandaag mag Joab een kijkje nemen bij architectenbureau 4D Architecten in Nijkerk. Hij heeft zijn vriend Cees meegenomen, voor de gezelligheid. De jongens zitten allebei in groep 7, ze wonen vlak bij elkaar én ze willen allebei architect worden. Hun lievelingsvak is rekenen. Joab: „Rekenen is leuk en gemakkelijk.” Welk vak vinden ze minder leuk? Allebei roepen ze: „Begrijpend lezen!” Cees: „Daar is echt niks aan.”

Tekeningen

Architect Willem-Alex Jansen laat Cees en Joab het kantoor zien. Er zitten twaalf mensen achter de computers. „Zijn die allemaal architect?” vraagt Joab. „Nee, niet allemaal. Sommige mensen ontwerpen de gebouwen en anderen helpen met de tekeningen of ze maken berekeningen hoe groot iets precies moet worden.”

Naast de computers staat een grote tekentafel met felle lampen erboven. Hier tekent de architect alle ontwerpen die hij maakt uit op grote vellen papier. Willem-Alex rolt een vel uit waar tekeningen van allerlei huizen op staan. „Dit is een rij huizen voor oudere mensen.” Erbovenop legt hij een vel dun papier. Als hij iets wil veranderen aan een ontwerp, bijvoorbeeld door een andere deur in de huizen te zetten, tekent hij die eerst op vloeipapier. Dan kan hij kijken of het ook echt past bij de gebouwen.

Cees en Joab mogen de tekening overtrekken. Ze pakken allebei een gekleurde stift en tekenen de huizen op het vloeipapier. Joab maakt de ramen blauw, Cees de schoorsteen roze. „Pas op, je handen zitten helemaal onder de stift”, zegt Willem-Alex. Joab: „Nee, dat is van mijn vulpen op school.”

Na het werk aan de tekentafel lopen de jongens mee naar het bureau van iemand die in een speciaal computerprogramma in 3D een huis aan het ontwerpen is. Hij zet een bruine bakstenen muur op zijn plek en sleept een trap in het huis. Het is net een spelletje van De Sims, maar dan met een echt huis. „Willen jullie het ook eens proberen?” vraagt de architect. Joab gaat op de bureaustoel zitten. „Kijk, als je het huis hier vasthoudt, kun je het heen en weer slepen.” Joab bekijkt het huis van alle kanten. Cees staat naast hem. „Kun je die kant opgaan? Ik wil de achterkant zien.”

Groot gebouw

De jongens hebben in een boekje vragen opgeschreven voor de architect. Joab wil graag weten wat het grootste gebouw is dat hij ooit gemaakt heeft. „Oei, even nadenken hoor”, zegt hij. „Ik denk een appartementengebouw met zestig huizen, van 8 verdiepingen hoog.”

„Waarom bent u architect geworden?” vraagt Cees. Willem-Alex legt uit dat bouwen een beetje in de familie zit. Zijn vader werkte op een architectenbureau en nu is hij samen met zijn neef directeur van een eigen bedrijf. „Ik vind architect-zijn geweldig omdat ik gebouwen helemaal zelf mag maken. Het is supergaaf om een huis dat ik heb bedacht in het echt te zien. Eerst teken ik het op papier, daarna kan ik er gewoon doorheen lopen.” 

Geld

Soms doet hij er lang over om een huis te maken, soms gaat het iets sneller. „Ik moet wel een goed idee hebben”, zegt Willem-Alex. „Maar aan de andere kant heb ik ook opdrachtgevers die willen dat ik het snel af heb. Dat zullen jullie ook vast hebben op school, je moet op tijd klaar zijn met rekenen.”

Joab en Cees fluisteren wat met z’n tweeën. Uiteindelijk durft Cees het te vragen: „Hoeveel verdient u?” Joab: „Ik mocht die vraag niet van mijn moeder stellen. Ze zei: Dat gaat je niks aan.”

Willem-Alex lacht. „Ik kan jullie één ding vertellen: als je echt rijk wilt worden, moet je geen architect worden. Maar ik verdien prima en ik ga elke dag met plezier aan het werk. Dat is het allerbelangrijkst: dat je je werk leuk vindt.”

Na afloop praten de jongens in de auto enthousiast over hun bezoek. „Dat kleuren en tekenen vond ik het leukst”, zegt Joab. „Maar dat programma op de computer was echt moeilijk. Ik hoop dat het me later lukt om daarmee te werken.” Cees: „Tuurlijk, dat leren we vast wel op de opleiding.”

Dit is het achtste deel in een serie over kinderen en hun droombaan.

Architect

„Het is belangrijk om creatief te zijn”, vertelt architect Willem-Alex. „Je moet elke keer weer nieuwe gebouwen tekenen en oplossingen verzinnen voor moeilijke problemen. En het is handig als je goed bent in rekenen, maar dat komt bij jullie wel in orde als ik het zo hoor.” Joab en Cees knikken enthousiast. „Hij had laatst nog het hoogste cijfer van de klas”, wijst Joab naar Cees.

Joab en Cees willen allebei naar het vwo. „Dan moet je eerst je vwo afmaken, dat duurt zes jaar. Daarna kun je bouwkunde studeren aan de universiteit”, zegt Willem-Alex.

Er is nog een andere optie: je kunt ook eerst gaan werken en naast je baan in deeltijd aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam studeren. „Dat heb ik zelf ook gedaan.”