Han is de oudste, Joanne de jongste
Han van Dongen is 11 jaar en zit in groep 8. Hij heeft twee zusjes: Imme (10) zit in groep 7, Joanne (6) in groep 3.
Han zit in het laatste jaar van de basisschool en hij houdt van voetballen en van veel buiten spelen met vrienden.
„Vooral de verschillende technieken van voetballen zijn hij super”, zegt hij, „zoals trucjes waarbij je de tegenspeler op het verkeerde been zet. Het is goed om altijd in een team te zijn, zodat je met elkaar moet samenspelen.” Hoe is het om oudste te zijn thuis? „Ik vind het gaaf dat ik de grootste ben. En het is natuurlijk cool dat je dan later als eerste weer van school gaat, hè.”
Hij vindt zelf dat hij meer mag dan zijn jongere zusjes. „Ik mag het verste fietsen van iedereen. En als oudste mag ik rustig een hele middag alleen thuis zijn als iedereen weg is. Dat vind ik tof!”
Verantwoordelijk
Hij voelt zich niet altijd verantwoordelijk voor zijn zusjes, maar soms wel. „Laatst was er een man die telkens naar mijn zusjes en een zusje van mijn vriend keek. Dat vonden we verdacht. Toen hebben we samen die meiden veilig thuisgebracht.
Han is vijf jaar ouder dan zijn jongste zusje Joanne. „Ik vind het wel grappig om haar voetballen te leren. Daar ben ik goed in, maar zij kan sommige dingen weer beter dan ik. Zoals bijvoorbeeld uilen tekenen. We spelen ook wel samen met de lego.”
Hij is blij dat hij geen enig kind is. „Dan was ik altijd alleen thuis en had ik nooit iemand om mee te spelen. Met Imme, mijn andere zusje, speel ik best vaak, zoals bijvoorbeeld voetballen en dammen. Ja, ik ben blij met de plaats die ik in ons gezin heb. Het is goed zoals het is.”
Joanne van Dongen (6) is de jongste thuis. Dat vindt ze niet altijd even fijn, zegt ze. „Maar soms toch weer wel!”
Joanne denkt na over de vraag hoe het is om de jongste te zijn. „Ik wil dat het liefst blijven, want dan mag ik lekker meer omdat ik de kleinste ben. Met nog steeds al mijn knuffels en mijn koedoes in bed. Koedoes zijn die lapjes waarmee ik slaap. En ik vind het fijn om zelf geknuffeld te worden en nog op schoot te zitten.”
Maar ze vindt het niet altijd prettig. „Ik word best gepest hoor of buitengesloten door Han en Imme. Dan mag ik niet meespelen. Dan ga ik het tegen mama zeggen, want dat vind ik niet eerlijk, dat is omdat ik de kleinste ben.”
Beter
Ze denkt na over wat dan wel prima is aan het hebben van een grote broer. „Han kan heel goed voetballen, en ik vind het leuk als hij het mij leert. En Imme heeft me leren skeeleren en nu wil ik eigenlijk niets anders doen dan dat, de hele dag.” Wat ze ook geweldig vindt, is om de kleren van haar grote zus te krijgen waar die uitgegroeid is en om samen met haar met de barbies te spelen.
Het is trouwens mooi dat ze nog minder naar school hoeft dan Han en Imme. En o ja, ze bedenkt zich dat haar broer en zus wel vaak beter zijn in dingen dan zij, maar soms is zij beter. „Ik kan het beste scheel kijken van iedereen. En ik weet heel veel van paarden.”
Later wil ze de „allerbeste gymnastieker” worden die er is, want als ze iets leuk vindt, is het wel gymnastiek. „En uilen tekenen”, roept Han. Joanne lacht. Uilen tekenen. Ja, dat is waar, dat was ze helemaal vergeten, dat ze daar heel goed in is!
Geplaatst op dinsdag 7 oktober 2014 door tekst en beeld Marianne Witvliet