Geert-Jan maakt prachtige hut en skelter (fotoserie)

Hij maakte al veel dingen zelf. Een kettingzaag, een boot met buitenboordmotor, een hut met een kraantje en afvoer, en een skelter die op een heuse auto lijkt. Als er één handige jongen is, dan is het Geert-Jan van der Knijff (9) uit Bergambacht wel.

Nummer 37. Dat is het nummer van de hut. Het stevige bouwwerk staat tegenover de voordeur. Iedereen die op bezoek komt, ziet wat Geert-Jan gemaakt heeft. En iedereen die nieuwsgierig naar binnen kijkt, ziet direct dat dit niet zomaar een simpel hutje is. 

Geert-Jan doet het deurtje open en kruipt naar binnen. Hij draait een schroef uit een slangetje en warempel, daar begint water te stromen. Waar dat vandaan komt? „Buiten hangt een opvangbakje voor regenwater”, legt Geert-Jan uit. „Via een slangetje komt het naar binnen.” Van wateroverlast zal Geert-Jan geen last hebben. Hij tilt een plankje op van de vloer, waaronder een grijze buis te zien is. „Dat is de afvoer, waardoor het water weer weg kan lopen.”

Geert-Jan begon met vier palen in de grond te slaan. Daaromheen kwamen planken. „Het dak was het moeilijkst. Eerst had ik gewoon een paar planken schuin tegen elkaar gezet, maar dat zakte in elkaar. Met een paar dwarsbalken heb ik het steviger gemaakt.” Dat het dak nu wel een stootje kan hebben, bewijst Geert-Jan door erboven­op te klauteren. De hut kraakt niet eens.

Rolmaat
Hut nummer 37 is niet het eerste wat Geert-Jan bouwde. Het knutselen begon twee jaar geleden, toen hij van hout een kettingzaag maakte. Een oude rolmaat diende als touwtje waar hij de motor mee aan moest trekken. Zogenaamd natuurlijk.
Toen er thuis een oude bolderkar stond, kreeg Geert-Jan het idee om er een boot van te bouwen. Mét buitenboordmotor. Van het hout van de kar werd de boot gemaakt en wat er overbleef, gebruikte de jonge knutselaar als trailer waar zijn bootje op kon staan.

Naast het huis staat wel een boot, maar dat is een grote van Geert-Jans vader. Waar is het eigengemaakte bootje dan? Geert-Jan lacht. „Het stond altijd buiten, ook in de regen en de sneeuw. Het hout ging ver­rotten, dus heb ik het bootje weer gesloopt en het hout in de kachel verbrand.”

Autotoeter
Bij de garagedeur staat een skelter. Je ziet direct dat het geen gewoon exemplaar is. Een grote oranje zwaailamp staat achterop en door een heuse snelheidsmeter en toeren­teller lijkt het wel een echte auto.

Maar Geert-Jan heeft nog een verrassing. Hij loopt de schuur in, sjouwt een accu naar buiten en prutst wat met draadjes. Dan wijst hij op een rond ding onder de skelterstoel. „Dat is een autotoeter”, zegt hij glunderend. „En hij doet het, niet schrikken hoor.” Dan drukt hij op de claxon. „Túúúút!”

Wat Geert-Jan later worden wil? Daar hoeft hij niet lang over na te denken. „Automonteur”, zegt hij direct. Tot die tijd heeft hij een grote wens: een motorskelter maken. De skelter heeft hij al. En wat vond hij vorige week op de gemeentewerf? Inderdaad, een afgedankte motor van een grasmaaier. Geert-Jan kan weer aan de slag.

× ← →