Duitsland was toch te sterk
Een paar bruggen moesten ze veroveren. Dan konden de geallieerden Duitsland verslaan. Maar het mislukte. Hoe kon dat?
Stel, je hebt met je vriendje een eind gefietst en je wilt op het laatst een wedstrijdje doen wie het snelst thuis is. Je kijkt goed naar je vriendje en denkt: „Hij is moe, dus ik win.” Je gaat keihard trappen. En dan… sprint je vriendje er vandoor en komt hij als eerste aan. Je hebt hem onderschat. Hij was nog sterk genoeg om jou te verslaan.
Wat heeft dat nu te maken met de oorlog?
Nou, heel simpel. De geallieerden (zeg maar: onze bevrijders) dachten dat de Duitsers niet sterk meer waren. Ze bedachten een plan waarmee ze Duitsland heel snel wilden verslaan. Maar helaas, dat mislukte. Duitsland was toch nog sterk.
Hoe begon het ook al weer? Misschien heb je de Kits over D-day nog wel. Lees hem nog maar eens door. Daarin staat dat Duitsland heel veel landen had veroverd. Ook Nederland was bezet. Vooral Engeland, Amerika en Canada wilden de Duitsers verslaan. Op 6 juni 1944 kwamen de geallieerden aan land in Frankrijk. Ze moesten vreselijk hard vechten, maar heel langzaam lukte het om Frankrijk te veroveren.
Toen Frankrijk was bevrijd, gingen de legers heel snel door België heen. De Duitsers vochten daar minder hard. De geallieerde legers gingen zo snel dat iedereen dacht dat Nederland ook makkelijk kon worden bevrijd. Op 5 september gingen veel Nederlanders met vlaggen langs de kant van de weg staan. Ze dachten dat de bevrijders kwamen. Veel landverraders sloegen op de vlucht. Die dag wordt Dolle Dinsdag genoemd.
Maar de bevrijders kwamen niet. Er waren wel tanks en Jeeps in de buurt. Maar lang niet genoeg om Nederland te kunnen veroveren. Alle wapens en het eten voor de soldaten moesten helemaal vanuit Engeland komen. Als je dat voor een groot leger wilt doen, kost dat vreselijk veel tijd. En dus moesten de geallieerde soldaten wachten totdat er genoeg wapens en eten waren.
Toch wilden de geallieerden heel snel Duitsland verslaan. Maar hoe?
Een van de hoogste militairen van Engeland, veldmaarschalk Montgomery, bedacht een gewaagd plan. Hij wilde bruggen over de Maas, Waal en Rijn veroveren. De Duitsers konden zich namelijk makkelijk achter die rivieren verschuilen en zo Duitsland verdedigen. Als Montgomery de bruggen te pakken had, kon hij makkelijk Duitsland binnen gaan.
In Engeland werden veel vliegtuigen en zweefvliegtuigen volgeladen met parachutisten, Jeeps, kanonnen en mitrailleurs. Intussen werd een groot leger van tanks, pantserwagens en heel veel soldaten verzameld bij het Belgische stadje Lommel. Op zondag 17 september stegen de vliegtuigen op. De parachutisten veroverden een paar bruggen. Maar bij Arnhem lukte het niet. De parachutisten landden te ver bij de brug vandaan. En de Duitsers waren hier heel sterk.
Vanuit Lommel daverden de tanks Nederland binnen. Ze reden richting de bruggen die de parachutisten hadden veroverd. Maar ze kwamen veel later dan ze hadden gedacht. De opmars ging zo langzaam dat de parachutisten bij Arnhem al waren verslagen voordat de tanks konden helpen.
Wat ging er mis?
Nou, het plan was veel te gewaagd. Allereerst was de afstand te groot. De tanks moesten ongeveer 120 kilometer dwars door de linies van de Duitsers heenrijden om bij Arnhem te komen. De tanks hadden ook helemaal geen ruimte om aan te vallen. Op veel plekken moesten ze over een smalle weg. Die weg werd door de Duitsers steeds aangevallen. Dat deel van de route werd later Hell’s Highway (snelweg naar de hel) genoemd.
Zelfs als de tanks snel genoeg waren geweest, hadden ze Arnhem mogelijk niet kunnen bereiken. Nederlanders die in Engeland zaten hadden al gewaarschuwd dat de grond tussen Nijmegen en Arnhem te drassig was voor de zware tanks. Ze konden daar niet met de Duitsers vechten. En bij Arnhem zat een heel sterk Duits leger. Alleen als de parachutisten heel snel de brug hadden veroverd en de tanks van de geallieerden hen heel snel hadden geholpen, dan had het plan kunnen lukken. De gevechten duurden tot 26 september. Er vielen duizenden doden.
Geplaatst op woensdag 18 september 2019 door TEKST Johan Leeflang BEELD Imperial War Museum