Autisme is soms echt lastig
Zoals ieder kind verschilt, zo verschillen ook kinderen met autisme. Je kunt nooit zomaar vaststellen dat je autisme hebt (of niet)! Hier een paar voorbeelden van dingen waar kinderen met autisme wel vaak – niet altijd – last van hebben. Trouwens: er zijn kinderen zónder autisme die hier ook last van hebben…
Puzzelen
Je ziet een taart, ballonnen en cadeaus. Toch denk je niet meteen: Hé feest! Je moet eerst even puzzelen: Waarom zou die taart daar staan? Ballonnen, wat heeft dat te betekenen? Een cadeau, is er soms iets te vieren? Sjonge, het lijkt wel alsof hier feest is…
Letterlijk
Je neemt alles letterlijk. Met spreekwoorden of gezegden kun je dan ook weinig. Als iemand je vraagt of je je voeten wilt vegen, kan het gebeuren dat jij je schoenen uittrekt om –inderdaad– je vóeten te vegen. Tsja, eigenlijk heb je nog gelijk ook, maar kinderen zonder autisme zullen er meteen vanuit gaan dat het om hun schoen(zol)en gaat.
Veranderingen
Voor veranderingen ben je bang. Zijn andere kinderen dolblij als ze met vakantie gaan, jij voelt je juist naar op die vreemde plek in een huis dat je nooit gezien hebt met een bed dat je helemaal niet kent.
Drukte
Een zwembad vol bewegende kinderen, een verjaardag met veel gasten, daar word je moe en onrustig van. Veel liever speel je lekker met één vriend in een stille tuin.
Verrassingen
Van verrassingen hou je niet. Als mama je opeens vertelt dat jullie over een halfuurtje naar een speeltuin gaan, ben je niet blij. Jij wilt het liever langer van te voren weten.
Ruzie
Je begrijpt niet altijd meteen de gezichtsuitdrukking van andere kinderen en wat zij precies van je willen als ze iets zeggen of vragen. Je voelt je daardoor vaker onzeker en sneller boos. Zo krijg je eerder ruzie dan andere kinderen. Gelukkig zijn er allerlei mensen en oefeningen, soms ook medicijnen, die je hierbij kunnen helpen.
Geplaatst op maandag 30 juli 2018 door Jeannette Wilbrink-Donkersteeg beeld iStock





