Louises eerste vliegreis

Louise Keizer (11) vloog met haar familie naar het Griekse eiland Lesbos, toen haar ouders 25 jaar getrouwd waren. Hier vertelt ze erover.

Toen mijn vader en moeder 25 jaar getrouwd waren, ben ik voor het eerst in een vliegtuig geweest. Ik was toen acht jaar. We gingen naar Lesbos. Dat is een Grieks eiland. Mijn vader en moeder, zussen en broer, oma en tante gingen mee.

Ik moest super vroeg uit bed. De koffers gingen in de auto. Ik had ook handbagage en natuurlijk ook mijn knuffel in de hand.

We gingen naar Schiphol. Dat is het grootste vliegveld van Nederland. Aan het begin van de parkeerplaats stapten we uit. De bestuurders brachten de auto’s weg en wij pasten op de bagage. Met de bus gingen we naar de vertrekhal.

Bij de balie moesten we inchecken. We kregen een instapkaart  en de koffer ging op de bagageband op weg naar het goede vliegtuig.

Toen moesten we door de paspoortcontrole en daarna werd onze handbagage gecontroleerd. We  moesten zelf ook door een poortje. Bij mij begon het een keer te piepen. Toen werd ik gefouilleerd. Dan voelen ze langs je kleren of je niks bij je hebt.

Na alle controles konden we naar de gate. Dat is de plaats waar je op het vliegtuig kunt wachten. Als het vliegtuig er is, moet je je instapkaart laten zien en dan loop je door een slurf naar het vliegtuig.

Eindelijk mocht ik in het vliegtuig. Het was een vliegtuig van Transavia. Ik moest bij de vleugel, want dat zijn plaatsen voor kinderen. Even later gingen we vliegen. Eerst ging het vliegtuig heel hard over de startbaan en toen stegen we op. Dat maakte veel lawaai. Ik kreeg last van mijn oren en ik moet dan heel vaak slikken. Soms neem ik daarvoor een snoepje. Dat helpt goed.

We moesten ongeveer 3 ½ uur in het vliegtuig zitten. Toen zagen we de baaien van Lesbos en ook veel groen. Dat zijn de olijfbomen. Op mijn tas zie je ook olijven.

We gingen vlak over het water en toen landden we. De landingsbaan ligt direct aan zee en is niet zo lang. De piloot moest hard remmen.

Even later konden we uitstappen. Ze hadden een wagen met een trap voor het vliegtuig gereden. We voelden de warmte meteen, toen we de trap af gingen. Met een bus werden we naar de aankomsthal gebracht. Bij de lopende band moesten we op onze koffers wachten en toen konden we op weg naar ons vakantieadres.

Louise Keizer, Rijssen

11 jaar