Spannend kort verhaal: De hond, de schapen en het meisje
Lui liggen de schapen te herkauwen. De hond zit naast een hoop stro, waarop een peuter onder een jutezakken ligt. Haar gezichtje is rood, haar borstje gaat snel op en neer. Angeline Joubert is erg ziek, heeft de dokter eergisteren gezegd. Met beide handjes klemt het meisje een pop van stro tegen zich aan.
Regen striemt de schaapsherder in zijn gezicht. Het deert Jean niet. Hij is op weg naar de oude Quant om te vragen of hij misschien weet hoe laat de voerman komt, die het meisje naar haar ouders in Antwerpen zal brengen. Doordat ze zo ziek was, mocht ze van de dokter niet met haar ouders mee toen zij eergisteren vluchtten. Nu de kleine iets opknapt, kan de voerman ook haar naar de Nederlanden brengen.
In het flauwe schijnsel van de maan probeert Jean de plassen te ontwijken. Opeens staat hij stil. Hoort hij geschreeuw? Voorzichtig gaat hij verder. Hij vertrouwt het niet. Het is een gevaarlijke tijd nu de koning ‘het nieuwe geloof’ strafbaar stelt. Volgelingen van dominee Calvijn zijn hun leven niet zeker. Zo ongeveer iedereen in de buurt van zijn schaapskooi gelooft op de nieuwe manier: de oude Quant, boswachter Levèbre en en zelfs Dubois, de stroper. Zelf heeft Jean weinig op met het geloof, of dat nu nieuw is of oud. Wonderlijk vindt hij het wel, dat mensen liever naar de bijeenkomsten bij bakker Joubert gaan dan naar de mis. Daarmee halen ze zich een hoop problemen op de hals. Neem nu de Jouberts zelf: Sinds het dorp weet dat de familie het ‘ketterse geloof’ heeft aangenomen, is het veel minder druk in de bakkerij. Er zijn ook stenen door de winkelruiten gegooid. En de vleeshouwer weigert vlees aan het gezin te verkopen. De kinderen zijn inmiddels van school gestuurd. Nu er een brief van de burgemeester is bezorgd, hebben vader en moeder Joubert besloten naar de Nederlanden te vluchten. In die brief staat namelijk dat ze onderdak moeten bieden aan tien soldaten. Met de inkwartiering wil de burgemeester de familie op het rechte pad brengen. Boswachter Levèbre heeft ook zo’n brief gekregen. Hij is meteen naar het noorden vertrokken.
De oude ogen van Jean hebben hem niet bedrogen. Nu hij het huisje van Quant tot op een paar honderd meter is genaderd, ziet hij een felle vuurgloed. De schuur staat in brand! Hij hoort gehinnik, geschreeuw en geblaf. Behoedzaam loopt hij verder. Opeens duikt hij de struiken in, maar het is al te laat.
Wil je weten hoe dit spannende verhaal afloopt? Kijk dan gauw in Kits!
Geplaatst op dinsdag 12 augustus 2014 door tekst Harold Wilbrink beeld fotolia